Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Gij hebt Uw volk Israel U bevestigd, U tot een volk, tot in [53]eeuwigheid; en Gij, HEERE, zijt hun tot een [54]God [55]geworden. 53. Versta, Israel naar het vlees, tot op de komst van Christus, maar het geestelijke Israel [dat is, de kerk Gods, bestaande uit gelovige Joden en heidenen] in alle eeuwigheid. 54. Zie Gen.17:7; Lev.18:2. 55. Of, geweest.